Carel Baller

Circuitarts van Zandvoort.

     

Van botbreuken, wiplashes en aderlijke bloedingen weet hij alles. Van autotechniek volgens eigen zeggen minder. “Als er een auto van de baan schiet en dramatisch over de kop slaand in de zandbak terecht komt, zeggen we tegen elkaar: zeker de puntjes. Of de nokkenasverlichting, maar zeker weten doe je het niet.” Aan het woord is Carel Baller ruim 36 jaar maakt hij onderdeel uit van het medisch team van Circuit Zandvoort. Gedreven door de liefde van het vak en de autosport offerde hij al menig weekeinde op. Aanvankelijk stuitte dat op bedenkingen bij zijn vrouw die haar echtgenoot steeds minder zag, maar sinds Baller haar heeft overgehaald om eens echt auto te leren rijden en een racecursus te volgen, is de weg naar het asfalt er een zonder obstakels. De praktijk van dokter Baller in Naarden biedt een wat ongebruikelijke aanblik. Tussen het skelet, anatomische prenten en onderzoeksinstrumenten, staan verschillende modellen van raceauto’s opgesteld. Naast zijn diploma’s en enkele posters met goede doktersadviezen, hangen foto’s van Baller en zijn collegae op het circuit. Er kan geen misverstand over de dokter liefde bestaan. Carel Baller straalt rust uit. De rust en nuchterheid van een man die veel gezien en meegemaakt heeft. Met een haast Brits gevoel van understatement ( een collega anesthesist, toch geen misselijke specialisatie, wordt beurtelings als pompbediende of als gasboer aangeduid) verhaalt over zijn belevenissen op het circuit. Geen sensatie, geen pretenties; eerder bagatelliserend, relativerend en met gevoel voor humor. Zijn eigen werk omschrijft hij als ’het rondrijden met stoffer en blik’. De laatste jaren is Baller alleen nog aanwezig bij nationale races, geen stuntfestijnen meer en andere onduidelijke evenementen. Daar is hij mee gestopt kort nadat een stuntman tegenover de volgepakte tribunes, zijn hoofd verloor bij een poging om met een Camaro door een drietal brandende bussen te rijden. In de bussen stonden vaten met benzine die moesten ontploffen als de Camaro voorbij kwam. Bij de laatste bus raakte de auto klem en bij de klap werd de stuntman onthoofd.

 

De Belg Alain Vincx tijdens een stunt op Zandvoort.

Bloedgroep.

“Dergelijke gevallen kom je bij de gewone races niet tegen” begint de huisarts. “In de autosport wordt het lot niet zo getart zoals bij stunts. En als de auto van de baan raakt en een enorme klap maakt, dan valt het me vaak erg mee: een gebroken sleutelbeen of wat nekklachten”.Baller denkt na over wat de meest voorkomende gevallen zijn. “Wiplash misschien wel. Dat heeft alles met de snelheden te maken. Whiplash is een deceleratietrauma: bij een klap schiet de massa van het hoofd gewoon door. De nekwervels kunnen dan ten opzichte van elkaar verschuiven en dat richt schade aan. Je ziet dat in ernstige en minder ernstige gevallen. Soms nemen we zo iemand mee naar de medische post, leggen hem een uurtje plat en vragen dan aan zijn vrouw of ze hem kan ophalen en naar huis wil brengen. Maar ik kan me ook een geval herinneren van een Duitse rijder. Die had een extreme wiplash. De boel was zo verschoven dat zijn luchtpijp was gescheurd. En daar lopen ook allemaal vitale aderen. Eigenlijk is er dan niets meer dat je kunt doen. Hooguit proforma. Je kunt natuurlijk niet met je handen in je zakken gaan staan. We hebben hem bloed toegediend maar dat stroomde er harder uit dan er in ging. Die dingen blijven je bij”. Hij is even stil en vervolgt dan:” Over de toediening van bloed bestaan nog al wat misverstanden. Op veel auto’s en ook op raceoveralls staat de bloedgroep van de rijder vermeld. Het draagt bij aan de heroïek van de autosport, maar het dient niet echt een doel. In een ziekenhuis wordt er geen aandacht aan besteed. De bloedgroep wordt alleen ter plekke vastgesteld. Het kan immers zijn dat er een invaller in de auto zit die even een overall heeft geleend. Op het circuit wordt altijd een bloedvervangend middel gebruikt, ook de procedure bij noodhulp in de ambulance en bij trauma eenheden. Dat werkt altijd goed”

Voorschriften

Ballers werk bestaat hoofdzakelijk uit het stabiliseren van een patiënt. “je kunt niet zo gek veel doen”, legt hij uit.” Onze uitrusting vergelijkbaar met die van een ambulance: beademing, reanimatieapparatuur en dat soort zaken. Ernstige zaken worden direct naar een ziekenhuis gereden of gevlogen. De FIA schrijft allemaal voor wat er allemaal aanwezig moet zijn. Soms zijn de voorschriften bevreemdend. Voor de Grand Prix die we natuurlijk niet meer hebben op Zandvoort, is het bijvoorbeeld verplicht om een rontgenapparatuur te hebben. Zo’n ding moet natuurlijk ook door een kundig iemand worden bediend. Als een race in de binnenlanden van China zou worden gehouden kan ik me daar iets bij voorstellen, maar op Zandvoort zou dat toch vreemd zijn. De ziekenhuizen zijn vlakbij en zeker met een helikopter ben je daar in no time. Het gerucht doet de ronde dat er in de toekomst een RMI komen op de circuits die een GP willen ontvangen. Dat kost toch al snel een paar ton. De vooruitgang gaat snel”, verzucht hij. “ Het is nog niet zo lang geleden dat we in een houten keetje langs de baan stonden”. Een glimlach verschijnt op zijn lippen als hij vervolgt: “Het duinzand waaide door de kieren naar binnen en naar buiten. Als het koud was en er deed zich iets voor, waren onze handen te verkleumd om er iets zinnigs mee uit te richten. Bij een van de laatste GP’s werd het circuit afgekeurd. De medische voorzieningen werden op alle fronten afgekeurd. Tegenwoordig hebben we een Portocabin, vlakbij de ingang. Een mooi onderkomen maar de deuren zijn wat smal. Als je iemand op de brancard naar binnen draagt, moet je hem een beetje schuin houden, met het risico dat hij eraf rolt, anders passen we niet door de deur. Zandvoort voldoet echter aan de strengste eisen. Zelfs de Formule 1 mag er worden getest”.

Veranderingen

Ook op de baan verandert er veel. De auto’s zijn een stuk veiliger geworden. Vroeger moest om de haverklap de brandweer uitrukken, maar dat is tegenwoordig niet meer zo. Baller: “Bij mijn debuut als arts op Zandvoort overleed Roger Williams. Wij kregen de melding dat er een auto in de fik stond. Dat ongeluk heeft nog tot een rel geleid want een coureur die was uitgestapt bij de gecrashte auto van Williams, moest een brandblusser uit de handen van een apathisch voor zich uit starende brandweer. De man deed niets, al was blussen op dat moment zinloos: auto’s hadden enorme hoeveelheden brandstof aan boord”. Baller beaamt dat er vaak iets verandert, nadat zich een ongeluk heeft voorgedaan. “Een mankement of een tekortkoming moet zich natuurlijk eerst manifesteren, maar het is wel wrang. Ikzelf speel nauwelijks een rol in die veranderingen. Het medische team bestaat uit twee man: Kees Kox en ik. Kox is chirurg in het AMC en is vanuit die achtergrond natuurlijk de aangewezen man om zich met dit soort zaken bezig te houden. Bovendien heeft hij een enorme ervaring. Kox gaat alle vergaderingen af van de FIA in Parijs. Desalniettemin herinnert Baller zich een technische aanpassing die mede door zijn optreden is doorgevoerd, onafhankelijk van de FIA. “De KNAF waar ik hoofd ben van het medische team, heeft jonge kinderen die karten voorgeschreven een soort pantservest te dragen. Er was namelijk een knaapje na een ongeluk overleden omdat het stuur zijn borstkas had ingedrukt. Je moet rekenen dat ook die mannetjes ontzettend hard over de baan gaan en enorme klappen kunnen maken. Zo werkt het vaak: eerst moet het kalf verdrinken voordat men de put dempt.

     

Bij het debuut van Carel Baller als arts op Zandvoort overleed Roger Williams, 29 juli 1973.

Slotemaker

Een voorval dat in het geheugen van Carel Baller staat gegrift is het ongeval van Rob Slotemaker. Diens Camaro was op de olieplas van een voor hem gecrashte auto van de baan geraakt. “Het was onduidelijk of hij de vlaggen van de baan officials had genegeerd of de situatie had onderschat”, zegt Baller,”hij was daar wel het type voor: altijd het maximale. Maar hoe het ook zij, hij reed gigantisch hard en een Camaro zet wel door. Tijdens de glijpartij ramde Slotemakers auto ook nog de wagen van mijn voorganger. Bob Dale, een pompbediende, die op weg was naar die gestrande coureur. Dale verbrijzelde bij dat ongeluk zijn been. Slotemakers auto vloog in brand en de coureur overleed op het circuit. Zoiets heb ik niet meer meegemaakt. Het is de enige keer in al die jaren dat ik op het circuit ben geweest dat alle races voor die dag zijn afgelast. De verslagenheid was enorm. Slotemaker was Zandvoort. De stilte na de klap was ongelofelijk. Iedereen voelde natuurlijk op zijn klompen aan dat dit niet goed zat. Mensen overlijden maar zelden in de auto. Meestal op weg naar het ziekenhuis. Slotemakers ongeluk was bizar”

 

 

 

 

 

Foto's van ongeval waarbij Rob Slotemaker overleed,1979.

Eurocheques

Het medische team van Zandvoort wordt ook vaak geroemd om zijn kordaat en koelbloedig optreden. “Dat is natuurlijk leuk om te horen, maar het zijn geen eigenschappen waar je altijd blind op kan gaan”. Baller verschuift een paar keer op zijn stoel en het is duidelijk dat er een anekdote op komst is:”Enige jaren geleden was ik voor mijn werk op het circuit. Mijn vrouw zou later met haar eigen auto komen. Op de terugweg reden we achter elkaar aan, ik voorop en zij er achter . In Haarlem, na de brug over de Spaarne, moest ik wachten voor het rode stoplicht. Mijn vrouw die een beetje achter was gebleven, doemde in mijn achteruitkijkspiegel op. Ze reed op de andere baan en zou naast mij voor het stoplicht komen staan. Maar ze reed door het rode licht. Ik zat als versteend achter mijn stuur en zag dat ze het aanstormende verkeer van rechts kwam probeerde te ontwijken door extra gas te geven. Dat lukte niet. Ze werd van opzij geramd en gelanceerd. Ik zag haar over de kop slaan, wel drie of vier keer. Op het dak schoof ze over het kruispunt in een regen van vonken. Ik ben het kruispunt over gereden en zette mijn auto achter die van haar. Hij lag op de kop. Toen ik uit stapte trapte ik op haar tas. De hele omgeving was bezaaid met de inhoud uit haar auto: cassettebandjes, wegenkaarten en nog veel meer rommel. Ik zag ook overal eurocheques liggen. Die heb ik eerst allemaal verzameld, daar zou niemand mee aan de haal gaan. Mijn vrouw hing in de gordels onderste boven in de auto, ik heb haar losgemaakt en helpen uitstappen. God zij dank had ze alleen haar duim bezeerd. Als iemand uit je omgeving iets overkomt, wordt het toch allemaal anders. Van die koelbloedigheid is dan niets meer over. Waaruit blijkt Ballers gebrekkige koelbloedigheid in dit geval? Eerst de cheques verzamelen en dan pas je vrouw helpen die ondersteboven in een totaallosse wagen hangt? Dat lijkt op een strikt zakelijke benadering te duiden! Paleer lacht. “Je kunt er geintjes over maken, vooral dat het zo wonderlijk goed is afgelopen. Het is een voorval waarmee mijn vrouw me in ieder geval regelmatig pest”

Bron: Insight, Paul van Ommen, 2000.

 

Tijdens de FF2000 ontstond er een enorme crash waarbij Rick van Kempen het grootste slachtoffer was, 1977.

 

Carel Baller ondersteunt Geraldine Visser, 1980.                                      Hans Kitz met een gebroken arm, 1984.

   

Een nieuwe balustrade bij de pitsbox was niet bestand tegen het gewicht van de toeschouwers en stortte in, 1984.
Er waren 35 gewonden waarvan er 20 na de eerste hulp de wedstrijd konden bij wonen, de rest moest naar het ziekenhuis.

 

De Belg Gachot krijgt medische zorg na zijn crash, 1984. Vlak voor de Tarzan een enorme crash, 1988.

 

1996.                                                                                               2004.

 

Meestal is dit de houding van Carel Baller en zijn collega's, hangen en handen in de zakken.

 

Het medische team met hun BMW, 1986.

   

KNAF-licenties.

 

Certificaat  Slotemaker's Slipschool, 1977.                   Op de behandeltafel keken Carel en Peter Drumbeck op de tv naar de herhaling van de crash, 2000.

     

De logo's van truien.

 

De armband die toegang op het circuit van Zandvoort.

 

Bij de Grand Prix van 1983 met Prost maar ook tijdens de nationale races bij zijn vriend Bob Krijnen in de FF2000.

Huidige hoofd van de medische dienst op Zandvoort is (chirurg)Pim Hagen. De medische dienst bestaat uit ongeveer 25 medewerkers die afhankelijk van het soort evenement worden ingedeeld (2009).